Ik ken Carla als een straffe tante. Een vrouw met ballen aan haar lijf. Als ze het niet eens met je is, dan gaat ze je dat zonder twijfel meteen vertellen.
Maar ik ken Carla ook op een andere manier. Eigenlijk heeft Carla een klein hartje. Ze lijdt net als ik aan het ik-moet-nog-maar-aan-iets-droevigs-denken-en-ik-bleit-al-syndroom. Ze is bezorgd, zoekt naar oplossingen. Ze is een vechter, altijd opgewekt. Carla is een pleziermaker. Ricards in de zomer op de tennis en pintjes in de winter, waar ze steevast met een in-2-gescheurd bierviltje in roert, omdat er te weinig psssjt in zit. Ik ken haar ook als een gewéldige grootmoeder. Haar kleinkinderen - en dat zijn er ondertussen heel wat! - zijn haar hele leven. Iedereen is welkom bij haar; geen vraag is teveel gesteld. Haar kinderen zijn haar trots. En terecht. Want ook hen ken ik als hele fijne mensen; allemaal kleine beetjes Carla.
En tenslotte ken ik Carla - van Hermanencarla (in één woord geschreven) - als mijn mama's beste vriendin. Ze is vanmorgen vroeg gestorven.
Veel te vroeg...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten