Er zijn van die dingen die aan een mens blijven plakken zoals kauwgom aan een voetmat. De dienst van vorige zaterdag was zo één van die dingen. Die dag zit nog steeds in heel m'n systeem. Het verdriet dat daar samenhing in de overladen zaal, drong door tot in 't diepst van m'n vezels. Je ziet mensen waarbij de desperatie in de ogen staat, omdat ze begot niet weten hoe ze met het gemis aan de volgende dag moeten gaan beginnen. Wat er dan altijd bij mij gebeurt, is dat ik me in de huid van die personen in kwestie plaats en me probeer in te beelden dat ik hun gemis zou voelen. Omdat ik zelf m'n mama, m'n partner, of m'n vriendin zou verloren zijn. En dan volgt instant het besef van de onwezenlijkheid van heel de situatie. De waarheid is schrijnend. Ik zou me nog 500 keer ellendiger voelen dan ik me die dag al voelde. Ik zou niet weten waar kruipen van leegte. Ik zou wakker worden en onmiddellijk terug in slaap willen vallen.
Je hoopt als buitenstaander dat het verdriet snel gaat slijten. Maar je weet diep vanbinnen dat dat bullshit is. Leven wordt plots overleven. Niet meer en niet minder dan dat.
Ik hoop dat ieder van hen op z'n eigen manier de juiste troost gaat vinden. Dat de band die bij zulke gebeurtenissen gesmeed wordt, hen de nodige kracht geeft om door te gaan. Om tegen alle natuurlijkheid in door te gaan...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten